
2 ploegen met even aantal deelnemers treden tegen elkaar aan : de teerling beslist welke ploeg met welke kleur speelt (rood en blauw) en welke ploeg begint. Elke ploeg rolt om beurt 1 bol naar het doel : de ploeg met het kleur die het dichts het doel heeft genaderd, mag beginnen. De spelers van de startende ploeg bollen na elkaar 1 platte bol naar het doel en dan probeert elke speler van de andere ploeg met zijn bol ook weerom zo dicht mogelijk van het doel te bollen en desnoods de versperring te doorbreken. Slechts 1 kleur kan nu punten scoren volgens het aantal dichts bij het 'plumke" liggende bollen. Het winnende kleur zet het volgend spel op. De ploeg die het eerst 12 punten haalt, is de winnaar.